Socio-economische studie: een wit konijn?

Op 23 juni 2013

Het is inmiddels genoegzaam bekend dat er hommeles was op de laatste gemeenteraadscommissie. Deze keer was het niet de oppositie, hun belangrijkste woordvoerder geniet immers van een welverdiend verlof, doch wel onze coalitiepartner. Gemeenteraadsvoorzitter Smaers vond het nodig om op te treden als ware zij fractievoorzitter. Ze verweet het schepencollege dat hun voorstel i.v.m. circulatie niet getoetst werd op haar economische waarde. Het ging volgens haar en, de nu afhankelijke onafhankelijke Vervoort, om economisch irrelevante maatregelen. Dat beiden een succesvol traject hebben afgelegd in de zakenwereld, kan niemand in twijfel trekken. Of misschien toch? Smaers opperde een paar keer dat de laatste socio-economische evaluatie dateerde van 2006. Op de vraag hoe men dan tot de socio-economische evaluatie van het huidige mobiliteitsplan gekomen was kon zowel Smaers als Vervoort geen antwoord geven. Zij maakten geen gewag van hun glazen bol. Eén van haar andere collega’s trok echter de schuif open en verwees naar een andere studie uit 2009, de WES studie ”Klare kijk door onderzoek en advies”. Je moet het maar kunnen verzinnen. Tijd voor actie van ons research team.

Een nadere kijk immers leert ons dat deze studie niet uitgevoerd werd in 2009 maar wel degelijk in 2011. Op dat ogenblik waren de werken aan de Markt al volop gepland en zelfs al gegund. Beweren dus dat deze studie bepalend was voor het nieuwe mobiliteitsplan impliceert minstens het gebruik van een teletijdmachine en doet de neuzen groeien. Waar het dus duidelijk is dat men vroeger geen socio-economische studie nodig achtte voor het huidige mobiliteitsplan, meent men nu dat het onontbeerlijk is dat we een draagvlak moeten aftoetsen voor een – lees goed -  tijdelijke testcase. Besturen vanuit een coalitie vraagt blijkbaar meer formaliteiten dan besturen als monopolist.

Nu onze mensen toch bezig waren met analyses te maken kwamen ze tot een aantal vaststellingen die op zijn minst eigenaardig te noemen zijn. De WES Studie toont aan dat Geel een sterk op het centrum gericht koopgedrag vertoont. Deze vaststelling geldt des te meer voor dagdagelijkse aankopen. Geel heeft vooral wat horeca betreft een sterke regionale verankering. De mensen komen letterlijk naar Geel om te drinken en te eten en tegelijkertijd gaan ze winkelen. Verder analyseert deze studie de centrumsituatie anno 2011, VOOR de hervormingen. Hierbij scoorde Geel opvallend zwak tot zeer zwak op het vlak van de bereikbaarheid met de auto, goedkoop parkeren en voldoende parkeermogelijkheden. Het toenmalige stadsbestuur reageerde dan ook met verandering, namelijk het verdubbelen van de parkeertarieven, een ingewikkeld mobiliteitsplan met centrale knip zodat zelfs Gelenaars de juiste weg niet meer konden uitleggen aan gestrande bezoekers en het afschaffen van het parkeren op de Markt. 

Wel dacht men de parkeersituatie te verbeteren door een dure ondergrondse parking die de stad meer dan 5 miljoen euro zou kosten, en waarbij deze garage vandaag een bezetting kent van ongeveer 7%. Om de bezettingsgraad te verhogen ging men dan maar zelf inkopen doen: men besloot om 80 extra parkeerplaatsen aan te kopen voor de stadsdiensten. Prijskaartje: meer dan 1.000.000 euro. Ondertussen echter verkocht men de grond waar het prestigeproject Ecodroom op geplaatst werd aan de helft van de marktwaarde. De logica is hier ver zoek.

De Geelse handelaars trekken – terecht – aan de alarmbel, alleen heeft CD&V er de klepel uit gehaald. Als het bloed het hart niet meer mag passeren dan gaat de mens dood. Geel wordt gemeden als te lastig en zichtbare verloedering is hiervan het gevolg. Met een te voorzien sneeuwbaleffect.

Onomstotelijk feit is dat al dit gepruts, zoals een dure ondergrondse parking, een peperdure verlieslatende fuifzaal en mini Walibi zwembad, een handgekapte arduinen markt, en ga zo maar door, ertoe geleid heeft dat Geel opgezadeld zit met de derde hoogste schuld van de provincie. Met inbegrip van de stad Antwerpen. Om bovenstaande te begrijpen heeft men niet meer nodig dan gezond boerenverstand en geen studies en gemanipuleer. Wij blijven echter trouw aan ons uitgangspunt: We willen het anders en het zal veranderen hoe hard men ons ook boycot.

Men verwijt ons soms dat wij teveel bekommerd zijn om de handelaars. Wel ja, want wij zijn bekommerd om ons handelscentrum als motor van een bruisende stad. Inderdaad, bruisende stad. Iedereen neemt deze woorden graag in de mond doch N-VA tracht het probleem pragmatisch op te lossen.  Wij willen onze stad beschermen tegen verloedering en criminaliteit en trachten een voorbeeld te zijn in de regio. Het leegstand percentage was met 5.5% in 2011 nog net aanvaardbaar, er stonden toen in Geel 18 commerciële panden leeg. Vandaag staan er alleen al op de Pas 14 (!) handelspanden leeg en is het percentage gestegen naar ongeveer 15%.  Criminologen leren ons dat leegstand van handelscentra evolueert naar verloedering op een termijn van 3 jaar. Hier moeten we ingrijpen. De klok tikt.

Het is tijd voor verandering.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is