Stad zet in op een natuurlijke bestrijding van de eikenprocessierups

Samen met de eerste zonnestralen en het eerste bladgroen, zijn er ook de eerste processierupsen. Jammer genoeg vormen deze diertjes een jaarlijks wederkerend probleem. De stad ging daarom op zoek naar een milieuvriendelijke oplossing.

De eikenprocessierups heeft een natuurlijke vijand die kan meehelpen bij de natuurlijke bestrijding: De koolmees. Deze mezensoort eet namelijk de processierups in de verschillende fasen van zijn levenscyclus. Vanuit die optiek heeft de Stad Geel 100 nestkastjes besteld bij het arbeidszorgproject De Sprong vzw. De kastjes werden vervaardigd uit duurzaam hout.

De voorbije weken werden deze door medewerkers opgehangen doorheen gans Geel voornamelijk op plaatsen die in het verleden last hadden van de eikenprocessierups. U kan ze onder andere vinden op volgende locaties:

• 20-tal in de Kalvariebergstraat
• Herentalseweg
• 12-tal in de Brandemolenstraat
• 10-tal op de Oudekastelseweg
• 20-tal op de Turnhoutseweg
• Zeggendijk

Maar ook u kan het verschil maken door nestkastjes te hangen. Al zijn er een paar richtlijnen die u beter in acht neemt:

• Hang een nestkast op minimaal 1.8 meter hoogte zodat katten er niet bij kunnen.
• Het territorium van mezen is 15 meter rondom de nestkast. Hang daarom een volgende nestkast minstens op 30 meter afstand van een andere nestkast.
• Zorg ervoor dat de nestkast op een rustige plaats hangt waar de vogels niet of weinig gestoord worden.
• Zorg voor een vrije aanvliegroute zonder takken en bladeren voor de invliegopening.
• Een nestkast mag niet in de volle zon en regen hangen. Hang de invliegopening daarom het liefst in oostelijke richting.
• Plaats ze het liefst in een goed beschutte omgeving waar genoeg voedsel en drinken is.
• Een vogelhuisje ophangen langs een drukke weg, zonder voedsel of water in de buurt, dat heeft weinig zin.

Samen zorgen we voor de natuur.