G-care, een gezamenlijk project om de huidige en toekomstige problemen in de gezondheidszorg en armoede te helpen oplossen

Op 18 november 2015, over deze onderwerpen: Gezondheid, OCMW-raad en sociaal beleid
G care

Enkele feiten :

Geel - Laakdal - Meerhout is een gebied met ca. 64 000 inwoners, waarvan 39 000 in de stad Geel.  Geel zelf heeft een combinatie van een landelijke en kleinstedelijke morfologie, daarnaast heeft de Stad Geel ook centrumstedelijke kenmerken.

Afhankelijk van de bron heeft in Geel 9,1% tot 13.5% van de bevolking een verhoogde tegemoetkoming van het ziekenfonds. Er zijn in Geel 5,5 ‰ leefloongerechtigden (vergelijkbaar met vb. stad Turnhout) en Geel heeft een schuld per capita van de bevolking die vergelijkbaar is met grootsteden zoals Gent (2000 euro/inwoner, in 2012 was dit nog 2250 euro/inwoner).

Op 5 jaar tijd verzesvoudigde de daklozenproblematiek in Geel (van 5 dossiers naar 30 dossiers per jaar). In de regio is AZ St. Dimpna een belangrijke zorgaanbieder op de tweede lijn en 46 % van de patiënten die moellijkheden ondervinden voor het betalen van hun ziekenhuisfactuur komen uit de regio Geel - Laakdal - Meerhout (gegevens AZ 2014). 200.000 euro per jaar aan facturen kunnen door het ziekenhuis niet worden gerecupereerd omwille van betalingsproblemen bij de patiënten.

Elk jaar hebben er 300 patiënten een afbetalingsplan nodig om hun gezondheidskosten te kunnen betalen en het gaat absoluut niet alleen over ouderen. 40% van deze mensen zijn jonger dan 35jaar, meer dan 20% zelfs jonger dan 20j. Het OCMW van Geel ontvangt jaarlijks 450 aanvragen voor bijkomende steun in verband met gezondheidskosten (totaal van 77.500 euro per jaar). Ongeveer 10% van de Vlamingen moet het met minder doen dan 1350 euro netto per maand en met een minimum van 800-900 euro vaste kosten (huur, elektriciteit, water) is er weinig ruimte voor gezondheidskosten (gemiddelde tussenkomst van het OCMW per dossier 175 euro).

 

Het rapport ‘Sociale barometer Geel 2012’ van de Dienst Gelijke Kansen bevestigde inderdaad dat gezondheidskosten en ziekenhuiskosten belangrijke factoren zijn in het ontstaan van armoede en in het blijven in armoede, ook bij ons lokaal.  Onderzoek toonde aan dat het aantal gezonde jaren voor een persoon in de minder begoede en minder opgeleide klasse maar loopt tot +/- 63jaar, voor de anderen tot meer dan 70j.  Armoede en gezondheid gaan samen.  De gegevens van WelzijnsZorg Kempen toonden daarbij aan dat de toenemende vergrijzing van de bevolking, de vermindering van het aantal huisartsen en het dalend aantal mantelzorgers, de toegankelijke van de zorg in Geel en de hele omringende regio binnen dit en 5 jaar belangrijk zal gaan beperken.

Om een voorbeeld te geven : 75-plussers doen viermaal zoveel beroep op een huisarts als min35 jarigen. In 10 jaar tijd stijgt de verzilvering met 10% en worden de senioren 1/5 van de Geelse bevolking. Tegelijkertijd daalt het aantal mantelzorgers (50-64j) met 10% en stijgt het aantal patiënten per huisarts van 1000-1300 naar 2000 doordat ongeveer de helft van onze huisartsen in de Kempen en bij uitbreiding in heel Vlaanderen ouder is dan 55 jaar.

 

Is er een oplossing :

N-VA was in 2014 enorm gealarmeerd door de cijfers die ze van de Dienst Gelijke Kansen, het AZ St Dimpna en WZK kregen. Onze OCMW ondervoorzitter Mineke Viaene en de OCMW fractie nam het voortouw en werkten samen met verschillende partners een model van ondersteuning van gezondheidszorg uit.  Belangrijk was de steun van broer en huisarts Mark Viaene, partijloos maar altijd zeer gedreven in het verbeteren van gezondheidszorg. Hij en zijn echtgenote huisarts Katrien Kiekens zette de eerste ideeën mee op papier, waarvoor heel veel dank. Op 16 april 2015 werd samen met het AZ St Dimpna en het OCMW het symposium ‘Omgaan met Armoede: mogelijkheden tot aanpak’ georganiseerd.  In wederzijdse samenspraak organiseerden Beweging.net een avond over hetzelfde thema maar vertrekkende van een ander oplossingsmodel (wijkgezondheidscentra).

N-VA Geel staat eerder kritisch tegen een wijkgezondheidscentrum omdat het slechts in een beperkt gebied van Geel een oplossing kan bieden (inschrijvingen zijn beperkt tot een regio omschreven door straten) en omdat het geen rechtvaardige verdeling geeft van de lasten (iedereen in die wijk krijgt gratis geneeskunde welke gesubsidieerd moet worden door de lokale, provinciale en federale overheid, terwijl de  andere burgers van Geel zelf voor hun medische zorgen gewoon moeten betalen).  N-VA wou een ontschotting van de zorg zoals dat gebeurt in de wijkgezondheidscentra (sociale, psychologische, administratieve en medische hulp) maar dan rechtvaardig toegankelijk voor al zijn burgers, zonder het onjuiste gratis-verhaal en bruikbaar voor alle huisartsen.

De Huisartsvereniging Zuiderkempen verleende ons hun steun. Onder het initiatief van arts en N-VA OCMW-raadslid Hilde Valgaeren en arts en N-VA Provincieraadslid Koen Dillen organiseerde men ook in Mol een zeer succesvolle thema-avond over armoede en gezondheid voor de huisartsen van de regio Mol-Balen-Dessel.  Alle handen in de Zuiderkempen werden daarna in elkaar geslagen: Koen Dillen provincieraadslid N-VA, onze coalitiepartner in Geel met name vooral Mvr G Smaers, Gedeputeerde Provincie Antwerpen P. Bellens en zijn administratie, en de heer E. Nysmans, directeur Welzijnszorg Kempen, de directie en de Medische Raad van het AZ St Dimpna, dr J Boeckx, voorzitter Huisartsvereniging van de ZuiderKempen, allen droegen bij over alle partijgrenzen en alle zorggrenzen heen en verbeterden ze het nieuwe model voor een lokaal gezondheidszorgbeleid.

 

Met het project G - care wilden we in de Zuiderkempen evolueren naar een zorgcontinuüm in een zorg-regionale context dat een antwoord kan bieden op snelle de vergrijzing en de snelle afname van het aantal huisartsen in de regio. EN Het lukte, Laakdal, Meerhout, Mol, Balen en Dessel deden mee. Onze ondervoorzitter Mineke Viaene werd door de huisartsenvereniging Domus Medica gevraagd om op 10 oktober het model voor te stellen op hun opleidingsdag ‘Het gelaat van armoede-(h)erkenbaar in de huisartsenpraktijk?

Er was een zeer positieve respons.  Het model werd G-care gedoopt (Geelse-care of general-care, met dank aan de dienst communicatie van het AZ St Dimpna die hieronder de eerste afspraken met het AZ bundelden). Onder de naam G-care werden provinciale impulssubsidies aangevraagd.

De doelgroep betreft de volledige bevolking, met bijzondere aandacht voor de meest kwetsbare mensen in deze regio. Er wordt een samenwerking uitgebouwd tussen de diensten van de OCMW’s en de huisartsen waardoor er enerzijds een toegankelijke en betaalbare gezondheidszorg in de regio beter moet gegarandeerd blijven. Anderzijds wensen we doormiddel van de samenwerking de factoren die belangrijk zijn in het ontstaan of verergeren van armoede (bv huurachterstand, eenzaamheidsproblemen, verslavingsproblemen, …) sneller te detecteren zodat we een meer effectieve en efficiënte sociale hulpverlening kunnen organiseren.

 

Concreet gaan we de huisartsen ondersteunen met onze sociale diensten zodat ze zich maximaal kunnen richten op hun kerntaken. Het lokale OCMW neemt natuurlijk niet de hele ondersteuning op zich. Dit kan ook niet. We bouwen lokaal voort op federale en Vlaamse inspanningen. Zo is er Federaal de ontwikkeling van e–Health (elektronisch uitwisselen van medische gegevens), er wordt Federaal gewerkt om de taakpakketten te herdefiniëren waardoor taken kunnen gedelegeerd worden naar bv. verpleegkundigen, er wordt ook weer federaal gewerkt aan de terugbetaling psychologische ondersteuning, en Vlaanderen stimuleert de samenwerking tussen zorgverstrekkers onderling. Het associatieverhaal van de Kempische Ziekenhuizen is hier een voorbeeld van. Geen enkele Federale of Vlaamse maatregel ondersteunt de huisarts echter in sociale en welzijnsproblematiek van hun patiënten. En zoals reeds aangehaald, ziekte geeft onwelzijn en onwelzijn geeft ziekte. Factoren die inspelen op gezondheid of op welzijn versterken elkaar (bv ongezonde huisvesting, problemen met administratie waardoor de juiste hulpmiddelen niet worden aangevraagd, ongezonde levensgewoonten en minder goede voeding, taalachterstand waardoor geen of geen juiste zorg wordt gevraagd, uitstelgedrag voor medische hulp omwille van financiële problemen, eenzaamheidsproblematiek waardoor depressies, …).

Met dit project trachten we uitdrukkelijk de lokale schotten tussen welzijnswerking (OCMW) en lokale gezondheidszorg (huisartsen) te overstijgen zodat zorgverleners zich op hun kerntaken kunnen richten en welzijnswerkers armoederisicofactoren sneller kunnen detecteren.

Hiervoor schakelen we in Geel-Laakdal-Meerhout een deskundige gezondheid in (de Gezondheidscoördinator). Zij brengt de ontwikkeling van een zorgcontinuüm tussen 0de en 2de lijn in de regio Geel - Laakdal – Meerhout op gang en heeft hierbij ook aandacht voor participatie van de burger en de patiënt. Ria Hermans wordt hierin geadviseerd en ondersteund door de Gezondheidsraad. De Gezondheidsraad zal verder gaan dan wat een adviesraad normaal doet. Het is een voorbeeld van vermaatschappelijking van zorgbeleid. De Gezondheidsraad zal samen met het beleid en de zorgverleners zoeken naar structurele oplossing voor de problemen die men in de loop van het project in de praktijk tegenkomt. Problemen die nu reeds aangehaald worden is de bereikbaarheid van de wachtapotheek voor senioren en mensen zonder wagen en een betere kennisdeling rond de dienstverlening van de mutualiteiten. Daarom streeft men in de Gezondheidsraad ook naar een vertegenwoordiging van alle sectoren die lokaal actief zijn in zorgverstrekking.

 

Tenslotte hebben we aan de Provincie, via een aanvraag voor een impulssubsidie, geld voor 1/2 VTE maatschappelijk assistent voor Geel-Laakdal-Meerhout en een 1/2 VTE voor Mol-Balen-Dessel gevraagd, de verbindingscoachen. De verbindingscoach is het aanspreekpunt voor cliënten van het OCMW als drempels de toegang tot gezondheidszorg beperken of als gezondheidsproblemen de toegang tot leertewerkstelling beperken. De verbindingscoach is ook het aanspreekpunt voor de huisartsen als het gaat over sociale problemen, van hun patiënten (vb. eenzaamheid, woonproblematiek, financiële problemen…). De verbindingscoach begeleidt de cliënt/patiënt persoonlijk naar de bestaande dienst- of hulpverlening om hem/haar ‘warm’ over te dragen (mee te helpen de uitleg doen) waardoor de effectiviteit van de sociale- en/of gezondheidsbegeleiding verhoogt. De financiering voor deze extra maatschappelijke dienstverlening in de kleinstedelijke zorgregio’s Geel en Mol werd voor 2 jaar aangevraagd. Geel-Laakdal-Meerhout hebben zich verbonden de functie van verbindingscoach in hun werking verder te zetten als na 2 jaar de werking positief wordt geëvalueerd door de huisartsen en de OCMW’s. Beiden hopen met deze wederzijdse samenwerking de toegankelijkheid van zorg te kunnen bewaren en de steeds ernstigere vormen van armoede te kunnen voorkomen. Een gezamenlijk symposium met de resultaten zal worden georganiseerd in 2018.

 

OCMW-fractie

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is